Het maken van een factsheet of infographic is een terugkerende opdracht op ons platform. Maar wat wordt hier precies mee bedoeld? Wat zijn de verschillen tussen beide, en hoe maak je ze?

Verschil factsheet en infographic

Over de verschillen tussen infographics en factsheets zijn geen algemene regels. De termen worden dan ook vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn er wel degelijk verschillen tussen de twee. Hou het volgende aan:

Factsheets zijn documenten met volledige zinnen, waarbij de vormgeving minder belangrijk is dan de inhoud. Een factsheet geeft een samenvatting van informatie. Dit wordt overzichtelijk weergegeven op maximaal één a4. De vormgeving moet netjes zijn, maar is niet het belangrijkst. De informatie is het belangrijkst. Download hier een voorbeeld van een factsheet.

Infographics bevatten voornamelijk plaatjes. Deze plaatjes worden ondersteund door tekst, die meestal in steekwoorden wordt opgeschreven. De vormgeving is belangrijk, omdat het de informatie begrijpelijker maakt. De infographic is in één oogopslag duidelijk. De tekst is minder belangrijk dan bij een factsheet, maar de informatie moet nog steeds duidelijk zijn. Bekijk hier een voorbeeld van een infographic.

Zo maak je een factsheet

1. Bereid je factsheet voor

Verdiep je in het onderwerp waar de factsheet over moet gaan. Je kunt bijvoorbeeld een mindmap maken over het onderwerp. Bedenk alvast tussenkopjes die je kunt gebruiken.

2. Bedenk de tekst

Bedenk aan de hand van de tussenkopjes die je bedacht hebt welke tekst op je factsheet moet komen te staan. Laat iemand anders deze tekst eventueel ook lezen voor feedback.

3. Maak de factsheet

Een factsheet kun je het beste maken in een programma zoals Microsoft Word of Google Docs. Schrijf de verschillende tussenkopjes als eerst op. Zet nu de informatie in je eigen woorden in de factsheet.

4. Verzorg de vormgeving

Kies eerst welke kleuren je wilt gebruiken. Microsoft Word heeft al bepaalde kleurcombinaties die je kunt gebruiken. Kies ook het lettertype voor de kopjes en de tekst. Zorg wel dat het goed leesbaar blijft! Je kunt pictogrammen opzoeken die te maken hebben met het onderwerp. Kijk bijvoorbeeld eens op Vecteezy of Pixabay. Verwerk deze op een logische plek in de factsheet.

5. Controleer de factsheet

Lees de tekst nog eens goed door. Controleer of er geen spelfouten in staan en of alles op de goede plek staat.

6. Sla de factsheet op

Je kunt de factsheet het best opslaan als .pdf. Dan wordt er niets meer veranderd aan de vormgeving.

Zo maak je een infographic

1. Bereid je infographic voor

Verdiep je in het onderwerp waar de infographic over gaat. Je kunt bijvoorbeeld een mindmap maken om je voor te bereiden. Maak alvast een schets op papier. Zo weet je hoe je infographic er ongeveer uit komt te zien. Vaak gaat een infographic over een proces. Dan kun je bijvoorbeeld een pijlenschema maken. Of je vergelijkt twee dingen met elkaar, dan verdeel je de pagina in tweeën en schrijf je de verschillen en overeenkomsten op. Als het om losstaande feiten gaat, bedenk je of sommige feiten bij elkaar horen. Dan zet je ze bij elkaar.

2. Bedenk de tekst en afbeeldingen

Bedenk welke tekst en afbeeldingen je in de infographic terug wil laten komen. Bedenk steekwoorden of zinnen van 2 of 3 woorden. Je gebruikt zo min mogelijk volledige zinnen. Schrijf de tekst die je gaat gebruiken ergens op. Zo weet je zeker dat je straks alles in de infographic gebruikt. Zorg ervoor dat je ook weet welke tekst waar komt te staan, en in combinatie met welke afbeelding.

3. Maak de infographic

Om infographics te maken zijn er verschillende (gratis) websites beschikbaar. Kijk eens op Piktochart, Infogr.am, Easel.ly of Canva. Deze websites zijn gratis, maar vaak moet je je wel registreren om toegang te krijgen. Vaak zijn er ook templates beschikbaar, waardoor je niet zelf hoeft te bedenken hoe het eindproduct eruit komt te zien. Ook pictogrammen hebben deze websites al voor je klaarstaan. Zoek een template die past bij het plaatje dat je in je hoofd hebt, of ga zelf aan de slag!

4. Controleer de infographic